Goede God,
gij die ons zo menselijk nabij zijt,
gij die het leven wilt en niet de dood,
Gij zijt voor ons
een lang verhaal
van opstaan en weer doorgaan
met mensen die u zoeken
in wat goed is en recht,
in wat een huis, een dorp, een stad,
tot samenleving smeedt,
gezond maakt,
pleisterplaats voor wie gewond werd,
vindplaats voor wie de droom is kwijtgespeeld.
En wij bidden u:
haal ons weg
uit teveel of te weinig,
uit niet weten of niet kunnen,
uit luiheid en lafheid,
uit matte middelmaat
en onverschilligheid.
Maak van ons mensen
die aan u doen denken,
die aandacht hebben
voor mekaars pijn bij afscheid,
als iemand sterft, ons achterlaat,
Dat wij aandacht hebben voor mekaars vragen en twijfel,
dat wij mekaar door de dood heen halen.
Bidden wij om een brandend hart op onze weg
dat wij –christenen van alle slag–
in gesprek met mekaar
vinden waar het naartoe moet
met onze kerk en onze samenleving:
hoe gerechtigheid kan groeien
hier en in alle uithoeken van de aarde
hoe geld in dienst kan staan van velen
en geen bezigheid op zich wordt,
hoe grondstoffen ons leven kunnen vergemakkelijken
en niet tot oorlog leiden,
zodat de aarde wordt wat ze moet zijn:
hemel, nu nog verborgen
in de schoot van de toekomst:
Wij danken u om Jezus.
Een kind was hij
uit de joodse traditie
in het spoor van Mozes en de profeten.
Hij heeft uw woord gedaan,
met hart en ziel,
daarom noemen wij hem uw zoon.
Wij willen hem blijven in herinnering brengen
omwille van zijn leven:
hij gaf mensen terug aan zichzelf,
hij herstelde verstoorde relaties,
hij was naaste van de minste mens.